Hendrik Groen is inmiddels 90 jaar oud en woont in het verzorgingshuis in Bergen aan Zee. Het grootste deel van de Omanido-club (Oud maar nog niet dood) woont elders, maar heel af en toe komen ze nog bij elkaar.
Hendrik merkt dat hij steeds vergeetachtiger wordt, maar kan zich aanvankelijk goed staande houden met hulp van Leonie en Frida. En natuurlijk met Juffrouw Jansen, zijn hond en afscheidscadeau van Evert.
Dit dagboek is uiterst actueel, want op een gegeven moment brengt een virus uit China veel onrust teweeg in het tehuis. Ook verzorgt mevrouw Stelwagen, de grootste antagonist van Hendrik uit de eerdere dagboeken, een verrassend optreden.
Evenals met de vorige dagboeken van Hendrik, Pogingen om iets van het leven te maken en Zolang er leven is heeft de schrijver de kennis en het observatievermogen om de Nederlandse ouderenzorg haarscherp uit te tekenen en misstanden aan te kaarten.
Maar bovenal zijn de belevenissen en gedachten van Hendrik uiterst vermakelijk én aandoenlijk. Het ene moment rol je van je stoel van het lachen en negen regels verder veeg je de tranen uit je ogen.
Door dit dagboek komen we ook meer te komen over het verdronken dochtertje van Hendrik en over zijn vrouw, maar het teruggrijpen naar herinneringen uit het verleden is ook een kenmerk van Hendriks’ aandoening.
Een hele waardige afsluiter van een schitterende boekenreeks.
Over serie gesproken: de weergaloze vertolkingen van Kees Hulst, André van Duin en anderen uit de televisieserie waren zo spot-on dat ik ze ook bij dit boek altijd voor ogen heb gehad.
BOEKINFORMATIE Meulenhoff
- Paperback – ISBN 9789029094139 – €20,00 – Bestel bij Bruna
- eBoek – ISBN 9789402315981 – €12,99 – Bestel bij Bruna